Deze handleiding legt stap voor stap uit hoe je de instellingen van de Plan-IT werkplaatsplanner module in Mijn Datamotive kunt configureren. Deze instellingen bepalen de algemene functionaliteiten, zoals welke voertuiginformatie getoond wordt, marketingintegraties en onderhoudsvoorspellingen. Volg de onderstaande stappen om de planner naar wens in te stellen.
Het thema bepaalt de visuele uitstraling van de werkplaatsplanner. Kies een thema dat past bij je voorkeuren of bedrijfsidentiteit. Je kunt dit eenvoudig selecteren in het veld Thema.
Vul hier de URL in van je privacyverklaring. Deze link zal zichtbaar zijn voor klanten wanneer ze interactie hebben met de werkplaatsplanner. Dit kan bijvoorbeeld een PDF-bestand zijn met je privacybeleid.
www.datamotive.nl/privacystatement.pdfVul de URL van de algemene voorwaarden in die van toepassing zijn op afspraken en diensten in de werkplaatsplanner.
www.datamotive.nl/algemenevoorwaarden.pdfVul de URL in van je bedrijfswebsite. Deze wordt weergegeven aan de klanten wanneer ze via de planner een afspraak maken.
www.datamotive.nlDit bepaalt welke velden zichtbaar zijn voor voertuiginformatie tijdens het plannen van afspraken. Je hebt drie opties om uit te kiezen:
In deze sectie kun je de verschillende onderhoudscategorieën instellen die voor jouw werkplaats van toepassing zijn. Dit zorgt ervoor dat klanten tijdens het plannen van afspraken de juiste categorieën te zien krijgen. Voorbeelden van onderhoudscategorieën zijn:
Je kunt categorieën selecteren of toevoegen door in het veld Open onderhoud categorieën te klikken en de gewenste opties aan te vinken.
In dit gedeelte kun je de marketingtools selecteren die je aan de werkplaatsplanner wilt koppelen. Kies bijvoorbeeld voor Google Tag Manager (GTM) als je Google-analysetools wilt gebruiken, of kies HTML als je specifieke code wilt toevoegen.
Na het selecteren van de marketingtool, vul je in het veld Waarde de bijbehorende code of tracking-ID in (bijvoorbeeld de GTM-ID voor Google Tag Manager).
Onder Integraties kun je systemen koppelen aan de werkplaatsplanner, zoals bijvoorbeeld ROBNet voor leasegegevens of andere systemen die je werkplaatsplanner ondersteunen.
Als je werkplaatsplanner specifiek is bedoeld voor Fleetsales, kun je dit hier configureren.
In dit gedeelte kun je drempelwaarden instellen voor verschillende onderhoudstypes. Deze drempelwaarden bepalen wanneer een onderhoudsbeurt gepland moet worden. Je kunt per onderhoudstype ook een label voor de werkzaamheden toevoegen.
In de sectie Hoofdmerken kun je de automerken instellen die vaak worden ingevoerd in de planner. Deze merken verschijnen als opties wanneer klanten hun voertuiginformatie invoeren, afhankelijk van de gekozen Voertuig Stap Type (zie eerdere stap).